Taart bij de Nederlandse Bank en eigenlijk alle Nederlanders. Ons pensioenstelsel is wederom wereldkampioen. Vorig jaar was Denemarken ons nog voorbij en is het is alweer 7 jaar geleden dat we de nummer 1 waren, maar dit jaar beschikken wij weer over het beste stelsel en dat is goed nieuws.

De beste, maar toch klagen!

Nederlanders staan bekend om hun kritische mening en het pensioen is voor sommige dagelijkse kost. Dat komt omdat het ons zo raakt, althans in een bepaalde levensfase. Het is het inkomen, nadat je niet meer werkt en dat inkomen stijgt niet meer. In feite zal het alleen maar dalen ivm correcties en verhogingen van belastingen. Dat terwijl vele van ons in de werkjaren juist jaarlijkse groei gewend zijn. Het is dus heel lastig voor gepensioneerde om hun koopkracht te laten stijgen of zelfs gelijk te houden. Dit is vaak de grootste reden tot klagen. Zelfs als je het beste systeem hebt.

Wat maakt ons zo goed?

In Nederland is pensioen opbouw verplicht en wordt het automatisch van het loon gehaald, in ieder geval voor de werkende. Dat betekent mede dat een werknemer niet verleid kan worden om het toch voor iets anders te besteden en dat garandeert doorlopend sparen. De pot wordt dus doorlopend gevuld. Daarnaast verdienen we ook in Nederland steeds meer door de oplopende economie. Daardoor leggen de werkende ook meer in. Onze economie is bijvoorbeeld veel sterker dan die van Denemarken. En als laatste zijn de rendementen naar verhouding redelijk geweest. De dekkingsgraden groeien gestaag, niet heel hard en eigenlijk niet voldoende, maar ze groeien wel. Zie hier meer over de dekkingsgraden.

Dus ondanks het klagen, doen we het toch best aardig. Mede omdat Nederlanders zelf ook best wat bezitten, zoals vastgoed, aandelen en eigen spaargeld.